In Bodegraven is er een straat met de naam “Nassaustraat”. Weinig mensen weten maar, dat het heel lang heeft geduurd, voordat deze straat officieel een naam kreeg.
De straat is aangelegd in een groter verband. Een aannemer, Eshuis, nam in het begin van de twintigste eeuw op zich om enkele straten aan te leggen, huizen te bouwen, riolering aan te leggen, kortom het bouwen van een hele wijk. Een soort projectontwikkelaar dus, en dat rond de eeuwwisseling van 1900. De huizen in de straat die we nu Nassaustraat noemen kwamen rond 1905 gereed. De straat zelf kwam er al ‘kort’ daarna; in 1908 werd het modderpad bestraat. Blijkbaar ontging het de gemeente, dat die straat ook een naam nodig had. In het dagelijks leven werd er wel gesproken van de “Verlengde Willemstraat” omdat de straat inderdaad in het verlengde van de Willemstraat ligt. Maar deze naam was niet officieel.
In 1925 was er dan toch een raadslid (Hortensius) die het nodig achtte er tijdens de rondvraag in de gemeenteraadsvergadering geen vraag over te stellen. Hij vraagt dan “waarom heeft die uitloper westelijk van de Willemstraat nog geen eigen naam?” Het college van B&W werd uiteraard door deze vraag overvallen en beloofde plechtig erop terug te zullen komen. Maar ja, dan zijn er belangrijker zaken in Bodegraven. Allerlei kwesties rondom de Nieuwe Markt zijn dan zo belangrijk dat er zelfs een wethouderszetel sneuvelt en de Nassaustraat wordt weer helemaal vergeten.
Tijdens de tweede wereldoorlog komt de naam Nassaustraat dan tijdelijk voor, als aan de Wilhelminastraat in Bodegraven een andere naam gegeven moet worden. Het is dan pas in 1948 als deze naam echt door het gemeentebestuur aan de huidige Nassaustraat wordt toegekend.
Of men zich in 1948 nog herinnerde dat B&W op de in 1925 gestelde vraag over een in 1905 aangelegde straat zou terugkomen, dat laten we maar in het midden. Spreken we hier nu van trage ambtelijke besluitvorming?